woensdag 17 december 2014

‘Ga je mee een draakje doden?’

Saskia nu (boven) en tijdens haar gameverslaving (onder)


Toen Saskia vijfentwintig weken met zwangerschapsverlof thuis kwam te zitten, maakte ze uit pure verveling een poppetje aan in World of Warcraft, het computerspel dat haar vriend aan het spelen was. Nooit had ze gedacht dat dat poppetje vier jaar lang haar leven zou gaan beheersen; Saskia raakte gameverslaafd. Haar dochtertje werd geboren en ze ging weer aan het werk, maar het spelen ging door. Dankzij therapie, haar familie en bovenal veel doorzettingsvermogen, kwam ze van haar verslaving af.Inmiddels is Saskia vijf jaar clean.

Geen roze wolk
“Tijdens en na mijn zwangerschap heb ik een moeilijke periode gehad, de bekende roze wolk was er niet. Mijn dochter was een huilbaby, achteraf gezien kwam dat waarschijnlijk door mijn stress. Mijn vriend was werkloos en zat vaak te gamen en te blowen.”Saskia en haar vriend besloten om de baby te laten komen, op voorwaarde dat hij minder zou blowen en een baan zou gaan zoeken. Maar dat gebeurde niet. “Ik had een plaatje in mijn hoofd dat we alles samen zouden doen”, vertelt Saskia. “Samen naar verjaardagen gaan en dat soort dingen. Dat viel tegen; ik deed alles in mijn eentje.”

Van kwaad tot erger
Saskia is ongelukkig en gaat steeds meer gamen. “In World of Warcraft heb je verschillende kanalen waarin je kunt chatten met medespelers. Hier vond ik de aandacht die ik thuis zo miste. Er werd gevraagd hoe mijn dag was, ’s avonds zeiden ze ‘slaap lekker’ tegen me. Als ik wat vertelde, werd er echt naar me geluisterd.”In het echte leven werd Saskia juist ongelukkiger en bozer. Ze besefte dat haar relatie niet gezond was en zette er een punt achter. Saskia: “Daar zat ik dan, alleen, met een dochter van een half jaar. Ik ging vrolijk verder met spelen, want daar was ik wel gelukkig. In het spel deed ik ertoe. Daar vonden ze me aardig en leuk, jongens vonden me knap.”

Dubbelleven
Vier jaar lang leidde Saskia een dubbelleven. Zodra ze thuiskwam, sprong ze achter haar computer. “Vaak gamede ik tot diep in de nacht, om de volgende ochtend weer om zes uur te gaan werken. Ik sloot me steeds meer op, mijn vrienden raakte ik kwijt. Ik maakte geen enveloppen meer open en mijn huurachterstand bouwde zich op.” Toen ze om die reden bijna uit huis werd gezet, hielpen Saskia’s ouders haar met het afbetalen van haar schulden. Maar alleen als ze zou stoppen met gamen. “Dat lukte even. Na een maand werd er gevraagd waar ik bleef in het spel. Of ik mee wilde om een draakje te doden.” Saskia kreeg een terugval. Zoals vaak bij een terugval, werd het daarna nog erger.

‘Ik kom zo, schatje’
Saskia kan zich nog goed het omslagpunt herinneren. “Op een avond zat ik te gamen toen mijn dochtertje vroeg of we samen gingen spelen. ‘Ik kom zo, schatje’, zei ik steeds. Maar dat deed ik niet. Tegen de tijd dat ze naar bed moest, zat ik nog steeds te gamen en had ik niet met haar gespeeld. Ineens besefte ik waar ik mee bezig was. Ik dacht, holy crap, hoe heeft dit kunnen gebeuren? Dit is niet de moeder die ik wil zijn.” Saskia besloot dat het zo niet langer kon en meldde zich aan bij verslavingszorginstelling Jellinek. “Die stap nemen, dat was heel moeilijk. Al die tijd zou ik ontkennend hebben gereageerd als je me had gevraagd of ik verslaafd was. Eindelijk erkende ik echt dat ik een probleem had. ”

De bron aanpakken
Bij Jellinek kreeg Saskia ambulantintensieve therapie. “Dat was best heftig en confronterend. Er kwam naar boven dat door mijn bevalling een depressiviteit was getriggerd. Door het gamen werden er stofjes in mijn lijf aangemaakt die mij wel gelukkig lieten voelen. Anders dan bij een drugs- of alcoholverslaving, dien je bij een gameverslaving natuurlijk geen substantie toe aan je lichaam. Toch had ik ook lichamelijke symptomen, ik trilde bijvoorbeeld als ik een tijdje niet speelde.” Met behulp van haar therapeut wist Saskia de bron van haar verslaving aan te pakken. Dat bleek vooral in haar eenzaamheid te zitten. “Ik had altijd het gevoel dat ik er niet toe deed en dat ik een waardeloze moeder, dochter en vriendin was. Daar heb ik toen hard aan gewerkt, gelukkig kreeg ik veel steun van mijn ouders en geleidelijk aan kreeg ik mijn oude vrienden terug. Op het moment dat ik weer sociaal begon te worden in het echte leven, begon het spel meer en meer op de achtergrond te raken.”

Gestopt, en dan?
Na een lange, hobbelige weg won Saskia het, inmiddels vijf jaar geleden, uiteindelijk van haar verslaving. Maar daarmee was de strijd niet helemaal gestreden. Saskia: “Nadat ik gestopt was, had ik zeeën van tijd over. Ik moest daar ineens een invulling aan geven, nieuwe doelen stellen in mijn leven. Al die tijd was mijn voornaamste doel geweest om zo snel mogelijk weer achter de computer te zitten en als ik daar zat, om een level hoger te komen in het spel. Die omslag maken, dat was erg lastig. Van alles en iedereen kreeg ik de meeste motivatie door mijn dochtertje. Zonder haar zou het afkicken absoluut een stuk moeilijker zijn geweest. Tijdens zwakke momenten dacht ik aan mijn meisje. Zij verdient een moeder die er echt voor haar is, niet een die te druk is met een computerspel. Ja, ik weet het zeker: Ik wil nooit meer gamen.” 


Tekst: Gerjanne van Oort
Fotografie: Jan Verschure
Portretfoto's eigendom van geïnterviewde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten