woensdag 17 december 2014

Bepaal je doel en plan de weg daar naar toe

Marti ten Kate



Als er een beroepsgroep is waarbij het knokken voor een specifiek doel centraal staat, dan is het wel in de topsport. Maanden of zelfs jaren training en voorbereiding gaan vooraf aan die ene poging om op een kampioenschap de 100 meter in minder dan 10 seconden te lopen of een gouden medaille te pakken op de 10 kilometer schaatsen.

Iemand die jarenlang keihard werkte om zijn sportieve doelen te bereiken, is voormalig topatleet Marti ten Kate. Hij won eind jaren tachtig en begin jaren negentig diverse hardloopwedstrijden waaronder marathons en halve marathons en liep mee in de top tijdens de Olympische Spelen in Zuid-Korea in 1988 en diverse Europese-en Wereldkampioenschappen. Aan het begin van zijn  hardloopcarrière was Ten Kate met een gouden plak op een WK of op de Olympische Spelen echter zeker nog niet bezig: “Eerst wil je als junior meedoen aan een Nederlands Kampioenschap”, vertelt Ten Kate, “daarna wil je presteren op een Nederlands Kampioenschap en op een gegeven moment wil je Nederlands kampioen worden. En daarna wil je die 3 dingen bij de senioren. En als je daarna echt heel goed wordt en je tijden goed genoeg zijn om je te kunnen plaatsen voor een Europees Kampioenschap, Wereldkampioenschap of Olympische Spelen wordt natuurlijk je doel om je plaatsen voor zo’n internationaal evenement.”

“Om een lange termijndoel te halen, ga je allerlei tussenmomenten inbouwen en op die tussenmomenten wil je de bevestiging krijgen dat je op de goeie weg bent. In de jaren waarin ik bij de internationale kampioenschappen uitkwam, maakte ik aan het begin van het jaar een planning. Zo wilde ik bijvoorbeeld in oktober 1988 naar de Olympische Zomerspelen in Zuid-Korea om de marathon te lopen. Daarvoor was de limiet ongeveer 2 uur en 12 minuten en die wilde ik proberen te lopen op de marathon in Rotterdam half april.  Dan weet je dat je half april in topvorm moet zijn dus dan loop je in het najaar een aantal kleine wedstrijdjes en in januari de halve marathon van Egmond, in maart de City-Pier-City Loop en zo plan je tussenmomenten die op zich niet heel belangrijk zijn maar waarop je kunt zien of je op de goeie weg bent. Atletiek is een meetbare sport dus je kunt je tijden altijd vergelijken met je persoonlijk record en dan probeer je dat zo goed mogelijk te benaderen. Zo houd je je doelen dicht bij jezelf.”

Een heel jaar hard trainen is geen garantie voor een goeie prestatie. Dat bleek wel toen Ten Kate eens in februari een goede tijd wilde lopen op een marathon in Japan. “Dat was in het jaar dat er een Elfstedentocht was. In eerste instantie zou er begin januari een Elfstedentocht komen, maar dat ging toen niet door vanwege dooi. In februari kwam hij er alsnog, dus dat was een tijd lang doffe ellende van kou en ellende waardoor ik me in Nederland gewoon heel slecht heb kunnen voorbereiden op die wedstrijd. Dat werd dus gewoon helemaal niks. Ik heb mezelf wel altijd voorgehouden dat een wedstrijd op een kampioenschap, het hoofddoel, belangrijk is, maar de weg er naar toe moet je ook niet vergeten. Een marathon gaat soms om onverklaarbare redenen mis, dus de voorbereiding is iets om te blijven koesteren als een mooie periode.”

Toen Ten Kate minder in de top mee kon doen, merkte hij dat hij het lastig vond om zonder concreet doel te lopen. “Op een gegeven moment merkte ik dat ik geen lange termijndoel meer had en dan werd het lopen heel vrijblijvend. Waarom zou je dan in vredesnaam 30 kilometer gaan trainen? Ik merkte dat ik toch het beste kan lopen als ik zo’n doel voor de lange termijn heb.”

Na het afsluiten van zijn internationale topsportcarrière veranderde er niet heel veel voor Ten Kate. “Veel ging eigenlijk op dezelfde manier verder. Ik combineerde al heel lang sport en werk. Op een gegeven moment zou die combinatie wegvallen omdat de topsport minder werd, maar toen werd ik gevraagd om bij het Olympisch Steunpunt in Enschede te komen werken. Ik combineerde zelf niet meer topsport en werk, maar ik werkte in de topsport.” Uiteindelijk kwam Ten Kate bij NOC*NSF terecht waar hij topsporters ontzorgt zodat ze zich volledig op hun sport kunnen richten. Hun doel wordt zo ook een beetje het doel van Ten Kate: “Je regelt zaken voor ze, bijvoorbeeld voor twee zwemmers uit Twente die twee weken mee konden trainen met de toppers in Eindhoven en waarvoor een logeeradres nodig was. Je ziet ze een klein beetje beter worden en een paar jaar later zie je ze op het WK een medaille pakken. Dat vind ik dan hartstikke mooi. De voldoening zit dan in het moment dat ze die medaille pakken, maar het hele proces er naar toe telt ook. Uiteindelijk zijn het hele dankbare dingen; je maakt dingen mogelijk en probeert zo de droom van een topsporter mede te realiseren.”

Een tip die Ten Kate geeft is: stel realistische doelen. “Als je werkt met een lange termijndoel moet je niet alleen daar naar toe werken, maar ook proberen een paar subdoelen te bepalen. Maak een plan en wijk daar niet teveel van af. En het is ook belangrijk dat je de hele periode blijft koesteren. Want ook al heb je je einddoel ten slotte niet gehaald, de weg er naar toe kan een mooie en leerzame periode zijn geweest.”


Tekst en fotografie: Jan Verschure

Geen opmerkingen:

Een reactie posten