Lammert en Sjoukje de Vries |
“Zo rond 1982 leerden we elkaar kennen op de Hotelschool”, vertelt Lammert de Vries. “Ik woonde in Leeuwarden, Sjoukje woonde in een dorpje halverwege Leeuwarden en Groningen. Zij ging altijd met de trein op en neer en ik met een autootje. Door treinstakingen van NS kon Sjoukje op een bepaald moment niet op school komen waar ze tentamens moest maken. Via een vriendin had ze gehoord dat ik elke dag met de auto langs haar dorp kwam. Ze heeft toen gevraagd of ze niet kon meerijden. Ik vond het goed, maar dan moest ze wel wat voor de benzine betalen. Op den duur hoefde ze natuurlijk niet meer voor de benzine te betalen.”
Eind jaren tachtig werden Lammert en Sjoukje voor het eerst collega’s
van elkaar. Sjoukje: “Op 1 maart 1989 zijn we samen bij Landgoed Groot
Warnsborn begonnen als managerspaar. We wilden weten of we met elkaar zouden
kunnen werken, want we hadden nog nooit met elkaar gewerkt. Lammert wou altijd graag
een eigen bedrijf, dat was zijn toekomstdroom. Ik vond dat we eerst maar eens moesten
kijken of we wel samen konden werken, want het kan best zijn dat je na een
maandje denkt ‘het is een leuke vent thuis, maar om mee te werken is het een
drama’.” Lammert vult haar aan: “Het hoeft niet lastig te zijn om naast een
liefdesrelatie ook een zakelijke relatie met elkaar te hebben, maar het zijn in
ieder geval hele verschillende dingen. Ik wilde zeker weten dat het ook op dat
vlak klikte. Onze privérelatie was prima, maar zakelijk moet je dat nog maar
even afwachten. Samen in dit hotel beginnen, was een unieke kans om dat te
proberen, want we werden aangenomen als bedrijfsleiderechtpaar waardoor we dus
echt een kans hadden om samen een bedrijf te leiden.” En dat gaat ze inmiddels
al 25 jaar goed af.
Dat het ook anders kan lopen, zagen Sjoukje en Lammert in
hun eigen families. Lammert: “Ja, bij onze beide ouders ging het eigenlijk mis.
Niet zozeer met de ouders, maar met de familierelaties. Sjoukjes familie had een
bedrijf dat werd gerund door twee broers en ook mijn vader had een bedrijf met
zijn broer. In beide gevallen is het mis gegaan. Dat heeft niets met
liefdesrelaties te maken, maar het geeft wel aan dat het heel gevoelig of
moeilijk kan zijn. We hadden allebei dus de ervaring dat een eigen bedrijf in
de familiaire sfeer ook heel veel teweeg brengt.” Sjoukje: “In een
horecabedrijf zoals dit hotel ben je 7 dagen in de week en 24 uur per dag open.
Er kan thuis wel eens wat gebeuren en dat mag geen invloed hebben op wat er op
de werkvloer gebeurt, medewerkers mogen er eigenlijk niets van merken. En dat
moet je kunnen, dat moet je alle twee kunnen. Soms heb je het net andersom, dan
is er iets op de zaak waarover je het onderling niet eens bent of waar je niet alle
twee achter staat en dat mag thuis dan ook weer niet de sfeer bederven. Dat
gebeurt wel eens en dan moet je samen een goed gesprek voeren. Daar ligt de
essentie denk ik, dat je alles bespreekbaar houdt.”
Door een verdeling van verantwoordelijkheden en taken zit
het echtpaar op de werkvloer niet continu in elkaars vaarwater. Lammert: “We
proberen de afdelingen een beetje te scheiden. In het begin was het echt zo dat
Sjoukje met name verantwoordelijk was voor receptie, huishouding en technische
dienst en ik deed wat meer bediening en keuken. Maar we doen ook heel veel gewoon
op gevoel. We zijn qua karakter toch best wel verschillend en we vullen elkaar
daarin ook heel erg aan. Sjoukje is wat kritischer en ik ben sneller om. Zeg ik
dat zo goed, Sjoukje?”
Hotel Groot Warnsborn |
Een plek waar de twee elkaar in ieder geval tegenkomen, is ´s
avonds aan de eettafel. “We eten bijna elke dag samen”, vertelt Lammert. ”Dat
hebben we eigenlijk vanaf het begin als heel belangrijk ervaren. Zeker toen de
kinderen er waren, hebben we echt gezegd we gaan voor 100% proberen om elke dag
met elkaar te eten. In ieder geval een
keer per dag. Het ontbijt is anders en de lunch is altijd moeilijk, maar ’s
avonds eten we samen. Dan heb je een moment samen. Het eten is in een
kwartiertje op, maar je zit wel met z’n tweeën of met de kinderen aan tafel. En
dan komen er ook eens een keer gesprekken. Dat vind ik heel erg belangrijk, dat
je gewoon met elkaar praat.” Toen de vier kinderen van het echtpaar nog klein
waren, moesten ze wel op hun woorden letten. Sjoukje: “We hebben een periode
gehad, dan was er iets op de zaak gebeurd en dan zei je tegen elkaar iets als
‘wat een eikel is dat toch hé’, maar die kleine oortjes die hoorden van alles.
Daardoor hebben we een keer zelfs meegemaakt dat een van de kinderen tegen een
medewerker zei ‘goh, je was gisteren weer te laat hé!’. Toen hebben we tegen
elkaar gezegd dat we thuis niet meer over werk moesten spreken.”
Of een relatie op de werkvloer in een andere omgeving ook
zou werken? Sjoukje: “Ik zou het niet opzoeken. Als je niet samen een bedrijf
leidt, denk ik dat het fijner is dat je allebei ergens anders werkt, zodat je allebei
je eigen ding en je eigen verhalen hebt.” Lammert: “We hebben het voordeel dat
we donders goed begrip hebben voor elkaar. Als een afspraak uitloopt of er komt
in een keer een tafel van tien binnen, dan moet het eten maar even warm
gehouden worden. En dat snapt Sjoukje. We begrijpen elkaar precies.” Sjoukje: “In
een familiebedrijf kan het bijna niet anders. Ik denk dat het heel lastig wordt
als een van de kinderen het wil overnemen, maar een partner heeft die iets heel
anders wil doen.” Lammert: “We hebben een soort vriendenclub met de eigenaren
van drie andere hotels en die runnen ook als echtpaar hun hotel. Als je elkaar
dan spreekt, zijn heel veel dingen herkenbaar. Eén van echtparen heeft het hotels
net overgedaan aan hun kinderen. Ik denk dat we, mocht het hier ook gebeuren,
nog wel eens met ze om tafel willen om te vragen hoe zij dat hebben gedaan.”
Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde. Lammert: “Ik krijg energie van
werken. Daarnaast beleef ik er nog volop plezier aan, ik zou nu niet willen
stoppen, daar word ik niet vrolijk van.” Sjoukje: “Dan krijg ik een hele
vervelende man thuis.”
Tekst en fotografie: Jan Verschure
Geen opmerkingen:
Een reactie posten