vrijdag 27 juni 2014

Liefde in het hotel

Het was een treinstaking die ervoor zorgde dat ze bij elkaar in een auto terecht kwamen. Nu runnen ze al vele jaren samen een beeldschoon hotel aan de rand van de Veluwe. Lammert en Sjoukje de Vries vonden in elkaar de perfecte partner in de liefde en voor zaken.

Lammert en Sjoukje de Vries



























“Zo rond 1982 leerden we elkaar kennen op de Hotelschool”, vertelt Lammert de Vries. “Ik woonde in Leeuwarden, Sjoukje woonde in een dorpje halverwege Leeuwarden en Groningen. Zij ging altijd met de trein op en neer en ik met een autootje. Door treinstakingen van NS kon Sjoukje op een bepaald moment niet op school komen waar ze tentamens moest maken. Via een vriendin had ze gehoord dat ik elke dag met de auto langs haar dorp kwam. Ze heeft toen gevraagd of ze niet kon meerijden. Ik vond het goed, maar dan moest ze wel wat voor de benzine betalen. Op den duur hoefde ze natuurlijk niet meer voor de benzine te betalen.”

Eind jaren tachtig werden Lammert en Sjoukje voor het eerst collega’s van elkaar. Sjoukje: “Op 1 maart 1989 zijn we samen bij Landgoed Groot Warnsborn begonnen als managerspaar. We wilden weten of we met elkaar zouden kunnen werken, want we hadden nog nooit met elkaar gewerkt. Lammert wou altijd graag een eigen bedrijf, dat was zijn toekomstdroom. Ik vond dat we eerst maar eens moesten kijken of we wel samen konden werken, want het kan best zijn dat je na een maandje denkt ‘het is een leuke vent thuis, maar om mee te werken is het een drama’.” Lammert vult haar aan: “Het hoeft niet lastig te zijn om naast een liefdesrelatie ook een zakelijke relatie met elkaar te hebben, maar het zijn in ieder geval hele verschillende dingen. Ik wilde zeker weten dat het ook op dat vlak klikte. Onze privérelatie was prima, maar zakelijk moet je dat nog maar even afwachten. Samen in dit hotel beginnen, was een unieke kans om dat te proberen, want we werden aangenomen als bedrijfsleiderechtpaar waardoor we dus echt een kans hadden om samen een bedrijf te leiden.” En dat gaat ze inmiddels al 25 jaar goed af.

Dat het ook anders kan lopen, zagen Sjoukje en Lammert in hun eigen families. Lammert: “Ja, bij onze beide ouders ging het eigenlijk mis. Niet zozeer met de ouders, maar met de familierelaties. Sjoukjes familie had een bedrijf dat werd gerund door twee broers en ook mijn vader had een bedrijf met zijn broer. In beide gevallen is het mis gegaan. Dat heeft niets met liefdesrelaties te maken, maar het geeft wel aan dat het heel gevoelig of moeilijk kan zijn. We hadden allebei dus de ervaring dat een eigen bedrijf in de familiaire sfeer ook heel veel teweeg brengt.” Sjoukje: “In een horecabedrijf zoals dit hotel ben je 7 dagen in de week en 24 uur per dag open. Er kan thuis wel eens wat gebeuren en dat mag geen invloed hebben op wat er op de werkvloer gebeurt, medewerkers mogen er eigenlijk niets van merken. En dat moet je kunnen, dat moet je alle twee kunnen. Soms heb je het net andersom, dan is er iets op de zaak waarover je het onderling niet eens bent of waar je niet alle twee achter staat en dat mag thuis dan ook weer niet de sfeer bederven. Dat gebeurt wel eens en dan moet je samen een goed gesprek voeren. Daar ligt de essentie denk ik, dat je alles bespreekbaar houdt.”
Door een verdeling van verantwoordelijkheden en taken zit het echtpaar op de werkvloer niet continu in elkaars vaarwater. Lammert: “We proberen de afdelingen een beetje te scheiden. In het begin was het echt zo dat Sjoukje met name verantwoordelijk was voor receptie, huishouding en technische dienst en ik deed wat meer bediening en keuken. Maar we doen ook heel veel gewoon op gevoel. We zijn qua karakter toch best wel verschillend en we vullen elkaar daarin ook heel erg aan. Sjoukje is wat kritischer en ik ben sneller om. Zeg ik dat zo goed, Sjoukje?”

Hotel Groot Warnsborn


Een plek waar de twee elkaar in ieder geval tegenkomen, is ´s avonds aan de eettafel. “We eten bijna elke dag samen”, vertelt Lammert. ”Dat hebben we eigenlijk vanaf het begin als heel belangrijk ervaren. Zeker toen de kinderen er waren, hebben we echt gezegd we gaan voor 100% proberen om elke dag met elkaar te eten.  In ieder geval een keer per dag. Het ontbijt is anders en de lunch is altijd moeilijk, maar ’s avonds eten we samen. Dan heb je een moment samen. Het eten is in een kwartiertje op, maar je zit wel met z’n tweeën of met de kinderen aan tafel. En dan komen er ook eens een keer gesprekken. Dat vind ik heel erg belangrijk, dat je gewoon met elkaar praat.” Toen de vier kinderen van het echtpaar nog klein waren, moesten ze wel op hun woorden letten. Sjoukje: “We hebben een periode gehad, dan was er iets op de zaak gebeurd en dan zei je tegen elkaar iets als ‘wat een eikel is dat toch hé’, maar die kleine oortjes die hoorden van alles. Daardoor hebben we een keer zelfs meegemaakt dat een van de kinderen tegen een medewerker zei ‘goh, je was gisteren weer te laat hé!’. Toen hebben we tegen elkaar gezegd dat we thuis niet meer over werk moesten spreken.”

Of een relatie op de werkvloer in een andere omgeving ook zou werken? Sjoukje: “Ik zou het niet opzoeken. Als je niet samen een bedrijf leidt, denk ik dat het fijner is dat je allebei ergens anders werkt, zodat je allebei je eigen ding en je eigen verhalen hebt.” Lammert: “We hebben het voordeel dat we donders goed begrip hebben voor elkaar. Als een afspraak uitloopt of er komt in een keer een tafel van tien binnen, dan moet het eten maar even warm gehouden worden. En dat snapt Sjoukje. We begrijpen elkaar precies.” Sjoukje: “In een familiebedrijf kan het bijna niet anders. Ik denk dat het heel lastig wordt als een van de kinderen het wil overnemen, maar een partner heeft die iets heel anders wil doen.” Lammert: “We hebben een soort vriendenclub met de eigenaren van drie andere hotels en die runnen ook als echtpaar hun hotel. Als je elkaar dan spreekt, zijn heel veel dingen herkenbaar. Eén van echtparen heeft het hotels net overgedaan aan hun kinderen. Ik denk dat we, mocht het hier ook gebeuren, nog wel eens met ze om tafel willen om te vragen hoe zij dat hebben gedaan.” Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde. Lammert: “Ik krijg energie van werken. Daarnaast beleef ik er nog volop plezier aan, ik zou nu niet willen stoppen, daar word ik niet vrolijk van.” Sjoukje: “Dan krijg ik een hele vervelende man thuis.”


Tekst en fotografie: Jan Verschure

Geen opmerkingen:

Een reactie posten